Passive (Lijdende Vorm): to be + voltooid deelwoord, bijvoorbeeld: The car is washed. The house was sold.
Simple Present (OTT): Ik word niet geloofd. I am not believed.
Simple Past (OVT): De dief werd gearresteerd. The thief was arrested.
Present Perfect (VTT): De brief is gepost. The letter has been posted.
Past Perfect (VVT): Je was gewaarschuwd. You had been warned.
Future (OTTT): U word (zal) op de hoogte (worden) gebracht. You will be informed.
Gebruik: 1. Het onderwerp ondergaat de handeling en verricht deze dus niet zelf. De lijdende vorm gebruik je vooral als niet belangrijk is wie het doet.
The book will be sent tomorrow.
Has the name of the winner already been announced? (Door wie? Niet belangrijk.)
2. Het Nederlandse woord er vertaal je niet met there in een lijdende zin. I.p.v there wordt vaak een ander woord het onderwerp van de zin.
A lot of cars were sold last year.
Too little attention has been paid to this issue.
3a. Er + worden/zijn + voltooid deelwoord + dat
Het woord er wordt vertaald met it in zinnen als:
Er wordt/ is gezegd dat... Er wordt/is aangenomen dat...Er wordt/is geadviseerd dat...Er wordt/is afgesproken dat..Er wordt/is gevreesd dat..
Er wordt / is gezegd dat hij erg ziek is. It is / had been said that he is very ill.
Er werd / is besloten om een nieuw gemeenschapshuis te bouwen. It was / has been decided to build a new community centre.
3b. Er - Men
Soms worden zinnen met er en men op dezelfde manier vertaald.
Er wordt verwacht = Men verwacht = It is expected...
Er werd gedacht = Men dacht = It was thought...
Er is gevreesd = Men heeft gevreesd = It has been feared...
Er was besloten = Men had besloten = It had been decided...
Word order (Woordvolgorde)
1. In bevestigende zinnen is de zinsvolgorde: onderwerp - gezegde.
I met het at a party yesterday. And then my friend arrived.
2. De werkwoorden staan bij elkaar,
I've told her. We had come by bus.
3. Zet bepalingen van tijd helemaal vooraan of helemaal achteraan in de zin.
I talked to him yesterday. / Yesterday I talked to him.Last week I ran into an old classmate of mine.
4. Zet bepalingen van plaats vóór bepalingen van tijd als ze naast elkaar staan.
We can arrange to meet at the station at 5.
5a. Ze bijwoorden van onbepaalde tijd (always, never, sometimes, often, seldom, usually) en enkele andere veelgebruikte bijwoorden (already, soon, almost, also, probably, nearly, certainly) vóór het werkwoord als er één werkwoord in een zin(sdeel) staat.
I often get headaches. He probably thinks you don't like him.
5b. Zet de bijwoorden onder 5a na het eerste hulpwerkwoord als er meer werkwoorden in de zin staan.
She would never have said anything like that. They had nearly lost their money.
5c. Zet de bijwoorden onder 5a na de vormen van to be (dus: am, are, is, was, were).
We were seldom have said anything like that. He was also at the party.
5d. Zet de bijwoorden onder 5a in vragende zinnen na het onderwerp.
Does she always swear when she's angry?
Will that rock band soon visit your country?
6. Zet in korte bevestigingen die met so/neither beginnen, een hulpwerkwoord voor het onderwerp.
Jenny liked him al lot. So did Kim.
Roy can't visit you. Neither can Tracy.
's - of: possession / The Genitive (Bezit)
Personen (enkelvoud): 's the boy's bike.
Personen (meervoud): ' the boys' bikes
Zaken: of the brakes of the bike.
Gebruik: 'S:
1. 's bij namen:
Bij namen eindigend op s is de toevoeging van 's het gebruikelijkst. Bij namen uit de klassieke oudheid komt slechts een '.
James's girlfriend | Dickens's novels | Socrates' ideas
2. 's bij tijd en afstand
an hour's walk from here. a three hours' drive. (of: a three-hour drive)
3. 's bij plaats (je noemt niet de naam van het gebouw)
Then I went to mu friend's. (= naar zijn huis)
I saw him at the baker's (= de winkel van de bakker)
OF:
Bij dingen -> the roof of the house.
Afstand tijd:
It's an hour's drive to Amersfoort. It is a kilometre's walk to the Plus.
1. Je gebruikt of bij hoeveelheden.
a cup of coffee. a pound of apples.
2. Je gebruikt of bij aardrijkskundige namen.
the province of Groningen. the city of Maastricht.
Indefinite Pronoun (Onbepaald Voornaamwoord) : Some and Any.
Gebruik:
1. Some in bevestigende zinnen; Any in vragende en ontkennende zinnen.
opmerking: someone, something, somewhere en anyone, anything, anywhere gebruik je net zo als some/any.
2. Some: in vragende zinnen als het verwachte antwoord bevestigend is.
3. Some = een of andere
4. Some + getal = ongeveer, zo'n
5. Any = elke (wie/welke/wat dan ook)
6. Bijna + niets/niemand/nergens = Hardly + anything/anyone/anywhere.
Auxiliaries (Hulpwerkwoorden; in dit geval 'kunnen'/'mogen'/'moeten')
-Can = kunnen (o.t.t) -> lichamelijk, bijvoorbeeld: I can swim.
-Could = kunnen (o.v.t) -> beleefd, bijvoorbeeld: Could you open the window, please.
-To be able to = in staat zijn --> I have been able to ... for years.
-May = mogen (o.t.t) -> onzeker, bijvoorbeeld: I may help you
-Might = mogen (o.v.t) -> onzekerder, bijvoorbeeld: I might be able to ...
-Be allowed -> toestemming hebben, bijvoorbeeld: He is allowed to have a day off. He has been allowed to...
-Must = moeten (o.t.t) -> dwingend
-Must not -> verbod
-Have to = moeten, (andere tijden), bijvoorbeeld: He had to do the dished.
Ontkenning->hoeft niet, bijvoorbeeld:
He didn't have to do the dishes, because they have a dishwasher.
----------------------------------------
Must / Have (got) to: noodzaak/bevel.
Must mag alleen in de t.t. worden gebruikt; have to in alle tijden.
Simple Present: I must help her. I have (got) to help her.
Simple Past: I had to help her.
Present Perfect: I have had to help her.
Past Perfect: I had had to help her.
Future: I will have to help her.
Niet mogen : must not (=verbod).
You must not overtake there.
Niet hoeven: don't have to/needn't.
You don't have to give me a reason if you don't want to. (niet verplicht)
You needn't teel her. She already knows. (niet nodig)
Must: logische gevolgtrekking
You must be very ill. (Present/T.T)
He must have forgotten.(Past/V.T)
Should: eigenlijk moeten
You should worry less.
Past/V.T: iets had eigenlijk moeten gebeuren, maar is niet gebeurd:
I should have written sooner.
want/make/would like/mind/willing (iets willen van iemand)
Willen dat: want somebody to + hele werkwoord. (opdracht, bevel)
He wanted me to write a letter. She wants us to be on time.
Dwingen: make somebody + hele werkwoord. (opdracht, bevel)
He always makes me work hard. She made us walk all the way home.
Graag willen: would like somebody to. (vriendelijk verzoek)
I'd like you to come, too. Where would you like us to meet.
(Best) willen: mind + werkwoord + -ing. (bereid zijn)
Do you mind asking that for me, please? I don't mind helping you.
Willen: be willing to + hele werkwoord. (bereid zijn)
We'd rather go alone. My parents would rather leave sooner.
__________________________________________________________________________
Informele brief
1. Write your own address without you name.
If you send your letter abroad, you also write the name of your country (The Netherlands/Holland).
2. First skip a line. The date is written below your address on the right and can be written in various ways: 3 October, 2008 | October 3, 2008 | 3.10.2008 | 3/10/2008
3. If you know the person, you can write:
Dear Eric, (good friend)
Dearest Dianna, (good friend)
Dear Mr Drummond, (he's married/unmarried)
Dear Mrs Drummond, (she's married/a widow)
Dear Miss Drummond, (she's unmarried)
Dear Ms Drummond, (if you don't know whether she is married or not)
No full stop (.) after Mr, Ms or Miss.
4. Divide the body of the letter into paragraphs by indenting each paragraph. You are allowed to use contracted forms like: I'm, You're, They've.
5. Finish your letter as follows:
I am looking forward to hearing from you.
Best wishes,
Name
____________________________________________________
Expressions
Beschrijven van een voorwerp:
It's a sort of ...
It's made of ...
It has ...
Commentaar geven:
I'd like to remark that ... Ik zou graag opmerken dat ...
Mind you, I do think that ... Niettemin denk ik wel dat ...
On the other hand, ... Aan de andere kant, ....
That may be so, but ... Dat mag dan zo zijn, maar ...
Het wel of niet (helemaal) eens zijn met iemand
I fully agree (with you).
Exactly.
I suppose so.
Up to a point.
That depends.
I wouldn't say that.
Absolutely not.
I completely disagree (with you).
Een oordeel geven:
You don't say!
I doubt it.
That's very unlikely.
You must be joking!
That's impossible!
Verontwaardiging uitdrukken
I was shocked to read ...
It is ridiculous ...
I can't believe ... that your brother is completely drunk every weekend.
:))))))))))))))))))))))
Geen opmerkingen:
Een reactie posten